Meertalige klassen zijn in toenemende mate de realiteit in de EU-landen: steeds meer schoolkinderen hebben een moedertaal die niet de hoofdtaal is waarin wordt onderwezen op school en hebben bijkomende taalondersteuning nodig. Het lesgeven moet worden aangepast aan de verschillende manieren om de taalvaardigheid te vergroten van immigrantenleerlingen met verschillende taalkundige achtergronden. In meertalige scholen en klassen spreken leerlingen thuis soms een andere taal dan op school; sommige of alle leerlingen leren de taal waarin wordt onderwezen.
Meertalige scholen behoren tot verschillende types en kunnen verschillende doelstellingen nastreven: scholen die nieuwkomers verwelkomen die zijn aangekomen als immigranten of vluchtelingen; internationale scholen; scholen met regionale, minderheids- of inheemse talen, zoals het Catalaans in Spanje, het Occitaans in Frankrijk, het Samisch in Scandinavië; scholen met tweetalig onderwijs, waar een andere taal deels voor onderwijs wordt gebruikt, bijvoorbeeld tweetalige Frans-Duitse programma's in scholen in de grensstreken van Frankrijk en Duitsland.
Competenties en vaardigheden in de moedertaal van de leerling moeten worden gewaardeerd en gebruikt ten voordele van de hele klas. Scholing houdt in dat er verder wordt gebouwd op de kennis en ervaringen die elk kind naar de klas brengt; dit aspect is in het bijzonder relevant voor taalkundige en culturele kennis en ervaringen. De veelheid aan talen die naar het klaslokaal worden gebracht door migrantenkinderen/kinderen van minderheden, is een potentiële troef voor individuele leerlingen, scholen en de ruime samenleving.
Leerkrachten hebben specifieke competenties en hulpmiddelen nodig om leerlingen die de taal van de school als tweede of bijkomende taal leren, op gepaste wijze te ondersteunen. Overal in Europa zijn voorbeelden van goede werkwijzen te vinden. Als meertalige klassen op succesvolle wijze worden geleid, dan kan dat kinderen helpen om hun mogelijkheden optimaal te benutten, hun cognitieve vaardigheden te versterken en betere schoolresultaten te behalen.
Ouders kunnen ook baat hebben bij taalondersteuning. Scholen kunnen in partnerschap werken met de vrijwilligerssector om ouders met een migratieachtergrond te helpen om de taal te leren. Taalcursussen of leren in familieverband binnen de schoolgebouwen kunnen positieve effecten hebben op de betrokkenheid van ouders bij de school en kunnen de eigenwaarde, de betrokkenheid en de sociale integratie enz. van de leerlingen bevorderen.
De Europese Commissie en de Raad van Europa werken samen met hun respectieve lidstaten, onderzoekers en andere belanghebbenden om ondersteuning te bieden bij inspanningen om de onderwijsmethoden en het schoolbeheer af te stemmen op de huidige, meertalige realiteit. Beide instellingen financieren ook projecten ter bevordering van: innovatieve onderwijsmethoden, de uitwisseling van goede werkwijzen, het verzamelen van onderzoeksgegevens en de ontwikkeling van materiaal en hulpmiddelen voor leerkrachten die in linguïstisch uitdagende omgevingen werken. De financiële ondersteuning van de Europese Commissie wordt beheerd door middel van de jaarlijkse oproepen in het kader van Erasmus+, het programma voor onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport van de Europese Unie.
Meer informatie:
De website van de Europese Commissie over meertalige klassen
Raad van Europa, Languages in Education, Languages for Education, een platform van hulpbronnen en referenties voor meertalig en intercultureel onderwijs
Díez, J., Gatt, S., en Racionero, S., "Placing Immigrant and Minority Family and Community Members at the School's Centre: The role of community participation", European Journal of Education, Vol. 46, nr. 2, 2011, blz. 184-196. doi: 10.1111/j.1465-3435.2011.01474.x
Ensemble-project – ter bevordering van taalkundige verscheidenheid en een schoolbrede aanpak
Flecha, A., "Family education improves student's academic performance: Contributions from European research". REMIE Multidisciplinary Journal of Educational Research, Vol. 2, nr. 3, 2012, blz. 301. http://dx.doi.org/10.4471/remie.2012.16