3. Ondersteuning van leerlingen
De leerling en zijn/haar behoeften moeten centraal staan in het onderwijs. Alle leerlingen hebben recht op hoogwaardig onderwijs, een relevant onderwijsprogramma, passende evaluaties, "gelijkwaardige" en gewaardeerde onderwijskansen. De school moet alle leerlingen een omgeving bieden die inspeelt op hun diversiteit en aansluit bij hun leerbehoeften en waar hun leerpotentieel optimaal wordt benut. Kwaliteitsvol onderwijs moet gericht zijn op de leerlingen en niet eisen dat zij zich schikken naar een bestaand systeem. Dit moet ervoor zorgen dat zij zich inzetten voor het leerproces, een duidelijk doel voor ogen hebben tijdens hun studies en zo gestimuleerd worden om naar school te blijven gaan.
Shutterstock.com
Het is belangrijk dat potentiële leermoeilijkheden reeds in het onderwijs en de opvang voor jonge kinderen in kaart worden gebracht en dat de passende ondersteuning wordt geboden, zelfs nog voor kinderen de eerste keer naar school gaan. Scholen moeten moeilijkheden of tekenen van cognitieve, emotionele en gedragsgerelateerde problemen snel kunnen herkennen, ongeacht of dat in het preventiestadium of later gebeurt, en gereed en toegerust zijn om daarop te reageren. Er moet een ondersteuningskader zijn dat een brede waaier aan gediversifieerde maatregelen biedt voor verschillende groepen leerlingen. Er zijn drie interventieniveaus:
- Universele ondersteuning – voor alle studenten
- Gerichte ondersteuning – voor groepen studenten met matige risico's of behoeften
- Individuele ondersteuning – intensieve interventie waarbij het risico of de behoefte chronisch of zeer hoog isEen gerichte en individuele interventie voor risicoleerlingen zal meer vruchten afwerpen als zij wordt uitgevoerd door multidisciplinaire teams in scholen of door externe professionals te betrekken in de scholen, en als iedereen die contact heeft met de leerlingen erbij betrokken is, ongeacht of dit gezinsleden, broers en zussen of vrijwilligers zijn. De ontwikkeling van een individueel ondersteuningsplan, dat overeengekomen is met de leerling en zijn/haar familie, kan zeer nuttig zijn voor het vaststellen van duidelijke en haalbare doelstellingen voor het aanpakken van problemen en het monitoren van de vooruitgang.
- Het ondersteuningskader voor leerlingen moet holistisch en allesomvattend zijn en alle dimensies van het leven van een leerling moeten erin aan bod komen: d.w.z. de studieprestaties en de emotionele dimensie, de gezondheid enz. Het moet helpen om vertrouwen, emotionele banden en motivatie voor het onderwijs op te bouwen. Het moet op inclusieve wijze worden aangeboden en stigmatisering van risicoleerlingen proberen te vermijden.
Een voorbeeld van een gediversifieerd (drieledig) ondersteuningssysteem voor leerlingen: Finland
Het Finse stelsel van basisonderwijs is al vele jaren gebaseerd op de filosofie van inclusie. Het basisonderwijs is voor iedereen hetzelfde. Er zijn geen stromen of gedifferentieerde trajecten, maar de kinderen worden individueel ondersteund, zodat zij hun basisonderwijs met succes kunnen afmaken. Wijzigingen aan de nationale leerplannen voor het kleuter- en lager onderwijs (2010) houden in dat de ondersteuning op een nieuwe, systematische manier wordt georganiseerd. De nadruk ligt hier op de vroegst mogelijke ondersteuning, om het ontstaan en de ontwikkeling van problemen te voorkomen.
Ondersteuning voor groei, leren en aanwezigheid op school wordt georganiseerd in drie categorieën: algemene, intensieve en speciale ondersteuning.
Iedereen heeft recht op algemene ondersteuning. Het is een natuurlijk onderdeel van het dagelijks onderwijs en het leerproces. Intensieve en speciale ondersteuning is gebaseerd op zorgvuldige evaluatie in multiprofessionele teams en op persoonlijke, op langetermijnbehoeften afgestemde leerplannen.
Als algemene ondersteuning niet volstaat, wordt er een individuele evaluatie verricht en wordt er binnen de groep leerlingwelbevinden van de school een plan voor intensieve ondersteuning opgesteld. Daarna wordt er voor de leerling een leerplan opgesteld.
Als intensieve ondersteuning niet volstaat, worden er nieuwe en uitgebreidere pedagogische uitspraken over de leerling gedaan. De onderwijsverstrekker verzamelt informatie bij leerkrachten en de groep leerlingwelbevinden van de school. Op basis van deze informatie neemt de onderwijsverstrekker een officiële beslissing omtrent speciale ondersteuning. Na deze beslissing wordt voor de leerling een inclusief en persoonlijk onderwijsplan opgesteld.
Meer informatie:
Downes, P., 2011, Multi/Interdisciplinary Teams for Early School Leaving Prevention: Developing a European Strategy Informed by International Evidence and Research, onderzoekspaper van het NESET.
Ecorys, Preventing early school leaving in Europe: Lessons learned from second chance education, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2014.
Eurydice en Cedefop, Tackling Early Leaving from Education and Training in Europe: Strategies, Policies and Measures, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2014.
Nouwen, W., Clycq, N., Braspenningx, M., en Timmerman, C., Cross-case Analyses of School-based Prevention and Intervention Measures, projectdocument 6, RESL.eu-project, Centrum voor Migratie en Interculturele Studies, Universiteit Antwerpen, 2016.
Meer lezen:
Dynarski, M., Clarke, L., Cobb, B., Finn, J., Rumberger, R., and Smink, J., Dropout prevention: A practice guide, National Center for Education Evaluation and Regional Assistance, Institute of Education Sciences, U.S. Department of Education, Washington, D.C., 2008.
Lamb, S, Markussen, E, Teese, R, Sandberg, N, Polesel, J (eds.) School Dropout and Completion: International comparative studies in theory and policy, Springer, Dordrecht-Heidelberg-London New York, 2011.
Rumberger, R.W. ‘Why students drop out of school’, in Gary Orfield (Ed.), Dropouts in America: Confronting the graduation rate crisis (pp.131-155), Harvard Education Press, Cambridge, MA, 2004.
Rumberger, R.W., and Lim, S. Why students drop out of school: A review of 25 years of research, California Dropout Research Project, UC Santa Barbara, 2008.